Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En gij zult weten, [27]dat Ik, de HEERE, al uw lasteringen gehoord heb, die gij tegen de bergen Israels gesproken hebt, zeggende: Zij zijn verwoest, zij zijn ons ter [28]spijze gegeven. 27. Of, dat Ik de HEERE [ben, en dat] Ik, enz. 28. Zie Deut.31:17.